Reineringen & Kontich-Kazerne
Kontich, Sint-Martinuskerk & deken Jozef Van Herck
REINERINGEN over Kontich-Kazerne was een succesnummer!
Het extra-nummer van Reineringen, het tijdschrift van de Kring voor Heemkunde, dat volledig in het teken stond van de geschiedenis van Kontich-Kazerne, is uitverkocht. Brigitte van Het Bazarke heeft er in haar winkel zo’n 150 aan de man gebracht. De vier nummers per jaargang worden via de post opgestuurd naar de abonnees, maar gezien de inhoud werd er nu een uitzondering gemaakt.
Ook het volgend nummer ligt in Het Bazarke, want de redactie was nog niet uitgeschreven!
Het hoofdartikel gaat over de "Ramp van Contich", nog altijd de ergste treinramp in België. Een laatste aflevering in de reeks over de bewoningsgeschiedenis van Kontich gaat over de Merovingische en Karolingische periode (6e-9e eeuw) en ook daarin speelt Kontich-Kazerne een belangrijke rol. En uiteraard moesten ook de kapelletjes van het naar hen genoemde bos nog de gepaste aandacht krijgen als mooiste plekje van heel onze gemeente. Maar ook wie wil kennis maken met de vertelkunst van Kontichnaar Abraham Hans (er is in Kontich-Kazerne een straat naar hem vernoemd!) komt aan zijn trekken.
Dus spoed je naar Brigitte vóór Reineringen alweer is uitverkocht: voor 5 euro is het collectors-item van jou. (FRH)
De Sint-Martinuskerk, gezien vanuit de dekenij
Onze Sint-Martinuskerk zag er hallucinant uit: ze leek wel op een realisatie van de Bulgaars-Amerikaanse inpakkunstenaar Christo! De buitenkant raakt stilaan afgewerkt, nu de binnenkant nog.
Nog half ingepakt, reeds half uitgepakt, 15/10/2017
Toevallig bereikte ons een oude foto uit het archief van Edward Careels (1857-1933), destijds provinciaal bouwmeester. Je ziet hoe smal de kerk toen nog was. En het kerkhof lag nog rond de kerk. Careels werd in 1911 door de kerkfabriek en de gemeente gevraagd het gebouw grondig te vergroten en te verbouwen.
De plannen moesten worden uitgesteld toen de Duitsers voor de eerste keer ons landje binnenvielen. Vele jaren na de oorlog kon er dan eindelijk werk van worden gemaakt. In 1924 werd het kerkhof ontgraven. De barokke toegangsdeur uit 1707 in de toren werd afgebroken en overgebracht naar de St.-Geertruiabdij in Leuven.
In 1928 werd aan de verbouwing van de kerk begonnen en in november 1929 was de vergroting voltooid. Het uitzicht aan de buitenkant is sindsdien nagenoeg hetzelfde gebleven. Alleen werden tijdens de Tweede Wereldoorlog de mooie glasramen vernield.
Deze foto van ca. 1912 is genomen vanuit de voortuin van de dekenij die was afgesloten door een smeedijzeren hek. Op het kerkhof is een werkman druk doende. De calvarie links aan de middenbeuk is later bij de werken ook gesneuveld. Links van de kerk zie je aan de overkant van het gemeenteplein het toen nog bescheiden geveltje van de meisjesschool.
Sint-Martinuskerk en dekenij in vroeger tijden ...
E.H. Jozef Van Herck in een stukje nog ongerept West-Vlaanderen achter het front
Jozef Van Herck was in 1940 degene die zijn intrek nam hier in de dekenij. Hij werd een van de grote Kontichse figuren die terecht een straatnaam hebben gekregen.
Maar zijn eerste sporen had hij al verdiend tijdens de Eerste Wereldoorlog als aalmoezenier-brancardier aan het IJzerfront.
Over die periode zal Paul Catteeuw het hebben tijdens een lezing in de Altenakapel. Hij doet dat aan de hand van brieven.
Correspondentie met zijn familie. Maar ook voor gekwetste soldaten aan hun familie. En hij heeft ook de moeilijke taak om de ouders of de nabestaanden in te lichten over de dood van zoon, man of vader.
Ook na de oorlog gaat de briefwisseling voort, want de getraumatiseerde soldaten zien het vaak niet meer zitten om de draad weer op te nemen. Zij verwachten steun van hem in hun depressies.
Om een beetje de impact van die oorlog aan te voelen voor onze landgenoten van honderd jaar geleden, moet je naar deze vaak schrijnende getuigenissen komen luisteren. Voor passende muziek tussendoor zorgt Marc Hauman.
Donderdag 30 november om 20.00 uur in Cultuurpunt Altena. Toegang: 5 euro.
Tekst: Frank Hellemans; foto's: Kring voor Heemkunde en archief van Edward Careels (met dank aan Mario Baeck) .
Uit Kontich Waarloos Hier en Nu, oktober 2017.